Verliest de democratie van het kapitalisme?
In het Westen leven we met het democratisch kapitalisme. Over het kapitalisme is in het vorige hoofdstuk al het nodige gezegd. Hoe zit het met democratie? Hoe heeft deze vorm van bestuur zich ontwikkeld? En zijn haar gloriedagen voorbij of toch niet?
Als één jaar in de geschiedenis het begin van de moderne democratie genoemd mag worden, dan is het 1776. In dat jaar verklaren de Verenigde Staten van Amerika zich onafhankelijk met Thomas Jefferson’s beroemde woorden: “We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their Creator with certain inalienable rights, that among these are Life, Liberty and the Pursuit of Happiness….”. Een keerpunt in de historie met als kernwoorden gelijkheid en vrijheid voor de natie en het individu.
De Amerikaanse grondwet is bijzonder: het ideaal van individuele vrijheid wordt nl. gekoppeld aan een gezonde scepsis ten aanzien van menselijke bedoelingen. Individuen én overheid hebben allebei ‘checks en balances’ nodig. De regering wordt door het volk gekozen, maar slechts voor twee, vier of zes jaar. Machtsconcentratie wordt beperkt door scheiding van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende overheden. Het hoogste gezag ligt niet bij een persoon of functionaris, maar bij de constitutie. En wat de gelijkheid betreft: iedere stem telt en iedereen is gelijk voor de wet. Tenslotte: de grondwet ligt niet voor immer vast, maar kan ten allen tijde veranderd worden wanneer een grote meerderheid dat wil – ‘work in progress’ dus.
Deze grondwet betekende een enorme omwenteling. Gezag, plicht en traditie maken plaats voor vrijheid, recht en toekomst. Wel als een uitvloeisel van de joods-christelijke traditie trouwens. Met name protestants christelijke stromingen benadrukken de unieke waarde van ieder persoon en ieders verantwoordelijkheid tegenover God. Ze geloven in Gods plan met de geschiedenis. Het zijn deze diep verankerde waarden die inspireerden tot de Amerikaanse idealen van vrijheid, zelfredzaamheid en vooruitgang.
De praktijk was natuurlijk weerbarstig. Thomas Jefferson en ook George Washington hielden hun leven lang nog slaven. En aanvankelijk mocht slechts zes procent van de bevolking stemmen – alleen volwassen, blanke mannen die tevens grondeigenaar waren. Het zou nog twee eeuwen duren voordat slaven, vrouwen en analfabeten gelijke burgerrechten kregen. Maar Washington voegde wel de daad bij het woord en deed na twee termijnen als president afstand van de macht. En dat voorbeeld is sindsdien gevolgd.
Democratie en kapitalisme hebben zich parallel ontwikkeld. Politieke – en economische vrijheid gaan prima samen. Voor gelijkheid ligt dat niet zo simpel, want bij het hoofdstuk ‘geld’ werd al duidelijk dat het kapitalisme de economische ongelijkheid juist vergroot. De kernvraag van de moderniteit is dan ook steeds geweest: hoe houden democratie en kapitalisme elkaar in evenwicht? Hoe kan democratie de uitwassen van het kapitalisme effectief compenseren zonder zelf log en tiranniek te worden?
De grote Depressie van 1930’er jaren stortte miljoenen in armoede. Dat was het bankroet van het kapitalisme met minimale staatsbemoeienis. Als reactie op de malaise beloofden fascisme en communisme een sterk regime met welvaart en voorspoed voor iedereen. Maar de prijs was hoog. Individuele vrijheid en burgerrechten gingen ten onder in gewetenloze barbarij. Na de tweede wereldoorlog kreeg de staat een veel grotere zorgtaak voor de armen. Sindsdien bekommert politiek ‘links’ zich vooral om solidariteit, gelijke kansen en eerlijk delen (meer overheid en regelgeving) terwijl ‘rechts’ het accent blijft leggen op vrijheid, individueel initiatief en economische groei (minder overheid en zelfregulering). Het resultaat in veel westerse landen is niet optimaal: gestage groei van overheidsuitgaven en desondanks meer sociale ongelijkheid.
Anno 2018 kampen westerse democratieën met grote uitdagingen. Intern door de enorme economische ongelijkheid en de politieke lobby ‘s van de rijke elite. Mensen wantrouwen politici, omdat ze vermoeden dat het systeem hen alleen maar tot verliezers maakt. Autoritaire leiders en populisten grijpen hun kans. En extern door de onmacht van nationale politici tegenover globalisering en door de opkomst van autoritair-kapitalistische regimes zoals China. China en de politieke Islam liggen op ramkoers met het Westen want in deze traditionele culturen dient de burger nog de overheid in plaats van andersom.
Het behoud van de democratie lijkt dus allerminst verzekerd. Daar mogen we ons wel bewust van zijn denk ik, want een samenleving op basis van persoonlijk geweten, individuele idealen, burgerrechten en democratische verantwoording is toch veel menswaardiger dan welk autoritair alternatief ook?! Of anders voor de sceptici onder ons: blijf je met politiek bemoeien, want de politiek bemoeit zich zeker met jou!
1 november 2018
1.Blijkbaar gaat het in de tekst om ongelijkheid binnen een land. Wat te denken van de internationale ongelijkheid?
2. Ongelijkheid, nationaal of internationaal is de voedingsbodem voor revolutie!
1 november 2018
Ja, internationale ongelijkheid is ook zo’n potentiële bron van conflicten, misschien eerder nog van oorlog dan revolutie….
29 december 2018
Je stelt je de vraag of de democratie verliest van het kapitalisme; dat lijkt me een actuele vraagstelling. Ik las er vanmorgen weer over in de krant en in een recent verschenen boek; de gestegen welvaart gaat vooral naar de rijken, verschillen tussen rijk en arm groeien en het is de vraag hoe lang dat houdbaar is in de democratie waarvan gelijkheid een grondbeginsel is. De “gele hesjes” beweging lijkt voort te komen uit onvrede over ongelijke kansen. Je geeft geen antwoord, je uit je zorgen en je uit de voordelen van het democratische systeem. Iemand heeft eens gesteld dat de democratie het minst slechte bestuurlijke ordeningsmodel is. Ik vind ook dat we een goed werkende democratie moeten koesteren, maar bedreigingen zijn er vele! Jij noemt het Angelsaksische kapitalisme er is ook een Rijnlandse variant. Het Populisme stelt de democratie eveneens op de proef. En hoe gaan de democratieën reageren op de groeiende Chinese hegemonie? Zo maar wat gedachten!