“Ik ben de weg, de waarheid en het leven”(Jezus)
Niet voor niets begint onze jaartelling bij Jezus Christus. Bij het meer van Galilea in Israël vond twee duizend jaar geleden een ingrijpende verandering plaats, een overgang naar een nieuwe manier van leven die rassen, talen, naties en culturen zou overstijgen en waarvan de gevolgen tot in onze tijd voelbaar zijn. Aan de oever van dit meer klonken de woorden: “Ik heb een goed bericht: Gods rijk is dichtbij. Vooral voor mensen die zich minderwaardig voelen! Iedereen hoort er bij.”
Wie was deze Jezus? Sinds de Verlichting zijn er talloze studies over hem verschenen. Daardoor weten we inmiddels wel dat elke zoektocht naar de ‘echte’ Jezus door eigen voorkeuren en vooronderstellingen gekleurd is. Voor de één is hij een morele hervormer, die het vaderschap van God en de broederschap van mensen leerde. Voor een ander is hij een politieke revolutionair of cultuur criticus. Voor weer anderen, een zelf-help goeroe bij persoonlijkheidsontwikkeling. Voor menig theoloog is hij een gebedsgenezer, eindtijd profeet of een ‘Man Gods’ in de traditie van het toenmalige Judaïsme. Zelf noemt hij zich zoon des mensen. Zijn volgelingen noemen hem Zoon van God. Uit alles blijkt de geweldige impact die zijn boodschap heeft gehad.
Veel van zijn toehoorders voelden zich inderdaad minderwaardig. Ze hoorden niet bij de rijke of culturele elite, maar hun geloof speelde nog een grotere rol dan de sociale positie. Eeuwenlang wilden mensen de godenwereld tevreden stemmen door het stipt uitvoeren van rituelen en nakomen van verplichtingen. In de tijd van Israëls profeten was de kloof tussen ideaal en werkelijkheid steeds groter geworden. Met enorme toewijding probeerde men zich aan alle religieuze voorschriften te houden om vervolgens op de harde realiteit van menselijke ondeugden stuk te lopen.
In dat geestelijke klimaat kwam Jezus boodschap als een bevrijding: mensen zijn er niet voor religieuze wetten, maar die wetten zijn er voor mensen! De relatie tussen God en mensen is niet gebaseerd op zakelijke wederkerigheid, maar op persoonlijke verbondenheid en afhankelijkheid. En niet dankzij menselijke deugden, maar ondanks menselijke ondeugden. Bij het volgende thema ‘verzoening’ daarover meer.
Jezus richtte zich vooral tot het joodse volk en hij wilde de tempeldienst in ere houden. Maar toch ging het bij hem niet om de buitenkant. Niet de groepscultuur maar de eigen innerlijke houding is belangrijk. Eerder zagen we al drie kanten van de religie: de natuur beheersen, de vrede bewaren en het goede kiezen. Door de verinnerlijking komt er een vierde bij – persoonlijke hoop, troost en zingeving. Ieder mens is wezenlijk waardevol voor God. Alle uiterlijk onderscheid en menselijke status zijn van ondergeschikt belang.
Welke impact had hij op de eerste christenen? Jezus geloofde dat God spoedig zou ingrijpen om een nieuwe samenleving tot stand te brengen, waarin mensen collectief nieuw leven ontvangen zelfs na de dood. Hij deed wat hij zei, tot in het extreme van zijn dood – uit pure menslievendheid. Hij maakte zo’n indruk op de volgelingen, dat zij na de begrafenis het lege graf en de bijzondere verschijningen als het werkelijke begin van Gods rijk en van de opwekking der doden opvatten: “Jezus leeft en is Heer”.
En nog altijd is zijn boodschap voor miljoenen en ook voor mij de inspiratie bron van het leven. De status quo is niet de norm. Elk mens is waardevol- en alle mensen zijn één voor God. Deze oer-christelijke principes werden door de kerk vaak selectief, alleen in eigen kring of op het hiernamaals toegepast en het zou nog vele eeuwen duren voordat ze naar de kernwaarden van onze tijd – individuele vrijheid en universele rechten van de mens – vertaald werden. Maar ondanks de talrijke zwarte bladzijden in de christelijke geschiedenis (macht en dwang, kruistochten, slavenhandel, ongelijke behandeling) zijn deze twee grootste verworvenheden van onze cultuur toch indirect een erfenis van de verinnerlijking, die Jezus zo belichaamde.
Paus Benedictus schrijft over de opwekking als een soort sprong. Het doet me denken aan eerdere unieke, historische, fenomenale overgangen die nog altijd ongrijpbaar en onbegrepen zijn. De bekendste twee zijn wel het ontstaan van biologisch leven en de ontwikkeling van taal en menselijk bewustzijn. Zou Jezus opwekking een derde sprong naar een nieuw niveau van leven met God, mens en natuur inluiden?