Goden (9.000 BC)


“In die tijd begon men de naam van de Heer aan te roepen” (Genesis 4:26).

In grote groepen krijgen mensen met nieuwe vormen van coöperatie en competitie te maken. Ze zijn terecht gekomen in een wereld die tegelijk groots en bedreigend is, scheppend en vernietigend: een ‘geweldige’ wereld in twee betekenissen van het woord. Hoe moeten ze in deze nieuwe wereld hun weg vinden? In elk geval door kennis en levenservaring over te dragen in een vorm die makkelijk te onthouden is– nl. verhalen. En ook door rituelen. Alle religieuze tradities hebben rites en mythes, die bedoeld zijn om de kennis en de vrede te bewaren.

De oudste tempel (in Gobekli Tepe – Turkije) is ongeveer 12000 jaar oud. Jager-verzamelaars komen hier uit de wijde omgeving bijeen en houden religieuze ceremonies voor alles waar ze afhankelijk van zijn (zon, regen, dierentrek) en wat hun bestaan bedreigt (natuurrampen). Hier worden nog natuurgeesten vereerd in de vorm van allerlei dieren. Maar niet lang daarna gaan mensen gewassen verbouwen en op een vaste plek wonen. Het lijkt er op dat mensen daardoor een steeds sterkere scheiding gingen maken tussen zichzelf en de wilde natuur. Dat is ook niet zo verwonderlijk, omdat woonerf en akkers steeds meer verschilden van de natuurlijke leefwereld van de dieren. Ze zien zichzelf steeds minder als een deel van de natuur en steeds meer als afgezonderd van de natuur. Doordat ze meer kennis krijgen en de natuur leren beheersen, gaan mensen ook steeds meer denken in termen van oorzaak en gevolg.

Daardoor veranderen ook hun religieuze opvattingen. Voor het eerst gaan mensen goden in plaats van geesten vereren. Goden zijn meer persoonlijk en minder grillig dan geesten en kunnen beïnvloed worden. Door te bidden en te offeren proberen mensen de goden gunstig stemmen om zo bepaalde dingen voor elkaar krijgen.

Deze ‘voor wat – hoort wat’ godsdienst zou voortaan vele duizenden jaren lang het religieuze grondpatroon van de mensheid bepalen. Eerst voor de hele stam, stad of staat. Later ook voor de enkeling. Net als bij de moraliteit gaat het om wederkerigheid. Het is in wezen een poging om controle over het leven en de omgeving te krijgen, terwijl men tegelijk wel weet dat die controle de puur menselijke maat ver te boven gaat.

Van hier naar Israëls monotheïstische beeld van de Ene, betrouwbare God is nog een lange weg. In  Catalhoyuk (Turkije) zijn beeldjes opgedoken, die de godin van de vrouwelijke vruchtbaarheid of de god van mannelijke kracht voorstellen. De godin werd afgebeeld als een vrouw, de god als een stier. Dan nemen de goden een steeds menselijker gedaante aan. Ze krijgen karaktertrekken en bedoelingen. Ze komen al dan niet in actie. Omstreeks 3000 v Chr ontstaan er in het Midden Oosten grote stadbeschavingen. In die tijd worden de goden, heersers van de stad die tronen in de tempel. Omstreeks 1500 v Chr kent men in Mesopotamië zelfs ‘persoonlijke goden’. Zulke goden zijn weliswaar niet erg machtig, maar ze wijden zich geheel aan slechts één taak, namelijk om de mens in kwestie te beschermen.

Het is duidelijk dat het godsbeeld in de loop der eeuwen steeds veranderd is. Ook in de bijbel is die verandering duidelijk te zien. Daarover later meer. Naarmate het bewustzijn van de mens zich ontwikkelt en de samenleving complexer wordt,  verandert de voorstelling van de godenwereld. Mede daarom zeggen atheïsten wel dat God niets anders dan menselijke projectie is. Maar dat is een flauw argument, want alles wat de mens weet en denkt is menselijke projectie, een menselijke gedachte en een beschrijving in menselijke taal.

God zegt: noem Mij “Ik ben”. Daarmee maakt Hij duidelijk dat Hij reëel aanwezig is, maar ook dat elk Godsbeeld tekort schiet en elke afbeelding onjuist is. God is niet louter principe, proces of persoon. Het is met God als met een ideaal – een mentale horizon, die steeds weer ruimer blijkt zodra we in de buurt komen. Vandaar het oude advies: ”maak je geen beeld van God”. Niet met je handen en ook niet in je hoofd. Het enige waar we wel een beeld van krijgen is de relatie tussen God en mens. Die relatie is persoonlijk omdat mensen personen zijn en steeds persoonlijker worden.

2 Comments

  1. Ik had nog nooit van Gobekli Tepe gehoord. Erg interessant! Ook hier komt de vraag aan de orde hoe men zulke prestaties kon leveren; bijvoorbeeld het verplaatsen van enorm zware rotsblokken, terwijl men toch geen werktuigen had zoals wij die hebben. Bij de piramiden is het (n.a.v. de vorm) nog aannemelijk om te denken aan aardstralen o.i.d. Is er m.b.t. deze constructies ook een theorie?

    Post a Reply
    • In de National Geographic van Juni 2011 staat een mooi artikel over Gobekli Tepe. Daarin wordt beschreven, dat deze tempel met handkracht en vuurstenen werktuigen is gebouwd. Maar verder weinig bijzonderheden over de werkwijze. Ik heb wel eens gehoord over het splijten van natuursteen met behulp van droge vezels, die door vochtopname zwellen. Maar weet niet of die techniek in Gobekli Tepe is toegepast.

      Post a Reply

Submit a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *